Empower
Sustainable
Mobility
with Data

"Kinderen en studenten zetten onbewust efficiënt de fiets op de stoep zo dicht mogelijk bij de voordeur, klaar voor het grijpen en gaan. Zodra we gaan werken verschuift die norm, bij de werkgever staat de fiets uit het zicht - achterom naast de bedrijfscontainers - of in ieder geval verder van de ingang dan de auto's."


Gedrag wordt gestuurd door wat we zien, voelen en ervaren

Gedragspsychologie leert ons dat mensen sterk reageren op impliciete signalen uit de omgeving. Volgens het nudging-principe maken mensen vaak keuzes op basis van gemak, herkenning en sociale normen. Als je bij aankomst een groot en prominent parkeerterrein voor auto’s ziet, maar de fietsenstalling ergens achteraf ligt, dan is de boodschap helder: de auto is hier koning. En precies dat zal het gedrag op de lange termijn bepalen.

Wat bepaalt de eerste indruk?

Hier zijn drie cruciale elementen die de keuze voor vervoermiddelen beïnvloeden:

1. De zichtbaarheid en ligging van voorzieningen

  • Auto: Een parkeerplaats direct aan de ingang geeft het signaal dat je hier het makkelijkst met de auto komt.

  • Fiets: Een overdekte, goed verlichte en aantrekkelijke fietsenstalling aan de voorkant nodigt uit tot fietsen.

  • Openbaar vervoer: Een bushalte zonder looproute, bewegwijzering of wachtruimte schrikt af, hoe goed de dienstregeling ook is.

2. De kwaliteit van de loop- en fietsroutes

Mensen kiezen vaker voor lopen of fietsen als de route aangenaam, veilig en logisch is. Denk aan:

  • Brede, goed verlichte fietspaden

  • Groene en schaduwrijke looproutes

  • Vermijding van barrières zoals hekken of omwegen

3. De ervaring bij aankomst

De entree bepaalt of mensen zich welkom voelen — en welk vervoermiddel daarbij past.

  • Worden fietsers of wandelaars opgevangen met informatie, een duidelijke ingang en faciliteiten zoals een watertappunt of kleedruimte?

  • Of voelt het alsof je alleen ‘goed aankomt’ als je uit een auto stapt?

Voorbeeld uit de praktijk

Op veel bedrijventerreinen is het parkeerterrein dominant: strak aangelegd, goed onderhouden en dicht bij de voordeur. De fietsenstalling is vaak een metalen rek ergens aan de zijkant van het gebouw. De boodschap is duidelijk: dit terrein is ingericht voor automobilisten. Als je dan vraagt waarom medewerkers niet vaker fietsen, ligt het antwoord deels in de infrastructuur besloten.

Zo maak je duurzame mobiliteit de standaard

Wil je dat mensen vaker fietsen, lopen of het ov nemen? Zorg dat die modaliteiten het aantrekkelijkst worden gemaakt, juist op het punt van aankomst. Een paar slimme ingrepen:

  • Verplaats parkeerplaatsen voor auto’s naar de rand van het terrein

  • Zet een aantrekkelijke fietsenstalling neer bij de hoofdingang

  • Richt de looproute in als ‘rode loper’, met groen en bewegwijzering

  • Ontvang bezoekers met een mobiliteitspaneel of welkomstbord

  • Combineer dit met communicatie: “Welkom! Je vindt de fietsenstalling rechts van de ingang – en een watertap bij de receptie.”

Conclusie: de omgeving spreekt — zorg dat ze het juiste zegt

Mensen zijn gewoontedieren, en hun keuzes worden grotendeels onbewust beïnvloed. Als organisatie kun je hierop inspelen door het terrein zo in te richten dat duurzame mobiliteit vanzelfsprekend voelt. De entree, de routes en de voorzieningen geven dagelijks een boodschap af. Maak die boodschap helder, gastvrij en duurzaam.