Wat zijn autoluwe zones?
Autoluwe zones zijn stedelijke gebieden waar het gebruik van auto’s sterk wordt beperkt. Dit kan variëren van het reduceren van parkeerplaatsen tot volledige autovrije straten. Voorbeelden in Europa zijn delen van Oslo, Madrid en Parijs. Het resultaat? Minder CO₂-uitstoot, schonere lucht en meer ruimte voor groen en actieve mobiliteit zoals wandelen en fietsen.
De veranderende rol van de facility manager
In autoluwe zones verschuift de focus van facility managers van traditionele gebouwbeheerprocessen naar duurzamere en mensgerichte oplossingen. Drie kerntaken komen hierbij naar voren:
1. Logistiek en mobiliteit
Het faciliteren van duurzame mobiliteit voor werknemers is een van de grootste uitdagingen. Dit omvat onder meer:
- Het aanbieden van veilige en zeer ruime fietsstallingen voor alle soorten (bak)fietsen.
- Het installeren van oplaadpunten voor elektrische fietsen.
- Samenwerkingen met aanbieders van deelvervoer en vervoersdiensten.
2. Duurzaam gebouwbeheer
De verminderde afhankelijkheid van auto’s biedt kansen om ruimtes anders in te richten. Bijvoorbeeld:
- Omtoveren van parkeerplaatsen tot groene buffers met oog voor biodiversiteit.
- Implementeren van energiezuinige maatregelen, zoals begroeiing rondom gebouwen.
3. Gezondheid en welzijn
Autoluwe zones dragen bij aan een betere leefomgeving, wat direct invloed heeft op de gezondheid en tevredenheid van werknemers. Facility managers kunnen hierop inspelen door:
- Wandel, sport, ontmoeting en samenwerkplekken in de buitenlucht te creëren.
- Initiatieven te starten die actieve mobiliteit, zoals fietsen en wandelen, stimuleren.
Hoe kan een facility manager autoluwe zones succesvol ondersteunen?
Samenwerking met lokale overheden en gemeenschappen
Gemeenten en andere organisaties bieden vaak subsidies en ondersteuning om de overgang naar autoluwe zones te vergemakkelijken. Door actief samen te werken, kunnen facility managers hier optimaal van profiteren.
Monitoring en optimalisatie
Met behulp van data-analyse kunnen facility managers het gebruik van faciliteiten zoals fietsstallingen en deelvervoersdiensten monitoren. Zo kunnen aanpassingen worden gedaan die aansluiten bij de behoeften van werknemers en de doelstellingen van de organisatie.
Inspirerende voorbeelden
Een bedrijf in Oslo heeft bijvoorbeeld het aantal parkeerplaatsen drastisch verminderd en in plaats daarvan een uitgebreide fietsinfrastructuur aangelegd. Dit heeft geleid tot hogere werknemerstevredenheid en minder ziekteverzuim. Ook zijn er in Madrid bedrijven die parkeerterreinen hebben omgebouwd tot groene ontmoetingsruimten, wat bijdraagt aan een betere werksfeer.
Samenvattend
De transitie naar autoluwe zones vraagt om een nieuwe benadering van facility management. Door zich te richten op duurzame mobiliteit, slim gebouwbeheer en het welzijn van werknemers, kunnen facility managers een sleutelrol spelen in het succes van organisaties binnen deze zones. Met de juiste aanpak bieden autoluwe zones niet alleen uitdagingen, maar vooral kansen voor een gezondere, groenere en productievere werkomgeving.